WIEKENS (pag. 2)
De wondere wereld van Gerard Wiekens (Bron: Volkskrant, 8 maart 1999) Felle oranje T-shirts met een nog
opvallender opschrift trekken de aandacht in een
blauwgekleurde omgeving, stadion Maine Road van
Manchester City. Vergane glorie gaat hier hand in
hand met hoop op betere tijden, doffe berusting en
levenslange loyaliteit. Het is zaterdagmiddag en de
lucht is grauw, vanzelfsprekend.
De zestiende thuiswedstrijd van
Manchester City in de tweede divisie trekt 28
duizend toeschouwers. Ze zijn gekomen omdat ze
moeten komen, ook voor een wedstrijd tegen het
onaanzienlijke Northampton Town. 'Ze zeuren wel
natuurlijk, maar ze zitten er iedere keer weer
allemaal.' Manchester United, so what? Come on City! In de clubwinkel van Manchester City hangt een nieuwe voorraad oranje T-shirts. De eerste vijfhonderd shirts waren twee weken geleden binnen een dag uitverkocht. 'Gelukkig maar. Ik kneep 'm behoorlijk. De andere spelers zouden me wekenlang hebben gepest als niemand er een zou hebben gekocht. Dit is een mooi compliment.' Zelf schafte hij er tien aan, voor familieleden en vrienden uit Groningen. Het opschrift, in een rood/wit/blauw kader, is goed gekozen: Walking in a Wiekens Wonderland. Gerard Wiekens, voetballer uit Oude-Pekela, is in een wereld vol wonderen terecht gekomen. Hoe imposant Manchester United ook is, zo ver als Maine Road zal de schaduw van de club nooit reiken. City is een grote club in een divisie waarin kleine clubs in de meerderheid zijn, zoals Northampton Town. City-supporters (zeggen ze zelf) komen uit Manchester, die van United van verre. United is Engeland, City is Manchester. 'Wie als City-supporter wordt geboren, blijft de club trouw.' Wiekens speelde al zeven jaar als verdediger in het eerste elftal van Veendam toen Manchester City plotseling interesse in hem toonde. Hij hapte toe, hoewel zijn vriendin net een nieuwe baan had gevonden en ze een half jaar eerder waren verhuisd. 'Ik wilde iets totaal anders. Hoeveel kansen krijg je nou om in het buitenland te spelen? En Engeland is een voetballand. Daar hoef je niet lang over na te denken. Wat me te wachten stond wist ik niet. Ik zie het allemaal wel, dacht ik.' Als de wedstrijd tegen Northampton is afgelopen (en in 0-0 is geëindigd) verzoeken tientallen supporters om een handtekening. Anderen, mannen en vrouwen, meisjes en jongens, laten zich met hem fotograferen. 'Bij Veendam vroeg alleen op de open dag voor het begin van het seizoen iemand wel eens om een handtekening.' Het zijn de supporters die Wiekens moed inspreken, niet andersom. De reeks wedstrijden zonder nederlaag bedraagt inmiddels elf. Maar City staat op de zesde plaats en dat valt tegen. Wiekens heeft vandaag als centrale verdediger goed en rustig gespeeld, in een wedstrijd waarin het decor, die 28 duizend mensen in dat grote blauwe stadion aan zo'n karakteristieke Engelse straat, scherp contrasteert met het niveau van beide elftallen. Northampton treedt City schuchter tegemoet, geïmponeerd door de blauwe zee vermoedelijk. Als al na een half uur een City-speler, Horlock, uit het veld wordt gestuurd, trilt het stadion - maar blijft Northampton verdedigen. 'Het was niet veel hè.' Nee, het was niet veel. Maar Gerard Wiekens (26) uit Oude Pekela telt zijn zegeningen. Binnenkort betrekt hij een nieuw, eigen huis, Angelique is zwanger, Joey (de hond) is teruggekeerd uit quarantaine en in het blauwe deel van Manchester wordt hij op handen gedragen. In de Manchester Evening Post zijn al artikelen verschenen waarin werd gemeld dat clubs uit de Premier League hem nauwlettend volgen. 'En het salaris is ook goed.' Hij neemt het voor lief dat City tegenwoordig soms moet spelen in kleine, aftandse stadions in provincieplaatsjes waar de tegenstanders zich optrekken aan de naam van zijn club en uit de douches koud water stroomt. 'Maar dat is ook wel weer mooi natuurlijk.' City leeft evenmin op grote voet. Bezuinigingen hebben de club hard getroffen. Wiekens heeft een eigen trainingsbal - er verdwenen vaak ballen en de kosten liepen te hoog op - en moet zelf zijn trainingskleren wassen. 'Dat heb ik zelfs bij Veendam niet meegemaakt. Maar dat doet er niet toe. We voelen ons hier prettig. Ik vind het wel goed zo.' De glamour en luxe van United zijn City vreemd. De wereld van Jaap Stam is de zijne niet. De nacht voor een uitwedstrijd brengt City niet meer in een hotel door. 'Te duur.' Wiekens vertelt over de voorbereiding in de zomer toen de ploeg zich in Zuid-Engeland verschanste. Geldgebrek noopte tot een verblijf in een legerkamp. 'Niks chique hotel. We sliepen in een kleine kamer met een kast en een wasbak. Dat was het. 's Ochtends moesten we om zeven uur opstaan en om vijf uur 's middags was je total-loss. Maar zelfs dat is mooi om mee te maken.' Pas voor de eerste thuiswedstrijd na de degradatie, de tweede val in drie jaar, keerde Manchester City terug naar Maine Road. 'Het was spannend. We wisten niet hoe het publiek zou reageren op de degradatie. We speelden tegen Blackpool. Het hele stadion zat vol. Dat is een rare gewaarwording hoor.' Maar dat twee keer per jaar vier vrienden, met wie hij jarenlang bij Veendam samenspeelde, hem komen opzoeken in Woodford, is net zo aangenaam. 'We hebben nog steeds iets moois samen.' Tot afgrijzen van de tuinman speelt hij met MacAndrew, Slor, Oosting en Lukkien voetvolleybal in de achtertuin die uitzicht biedt op de heuvels van Cheshire. 'Het gras gaat naar de knoppen.' Twee van de vrienden, Slor en Oosting, spelen volgend seizoen voor Emmen. 'Dat hoort niet. Als Veendammer ga je niet voor Emmen spelen. Dat moet ik ze nog wel even vertellen.' De vriendschapsband was er mede de oorzaak van dat Wiekens Veendam zeven jaar lang trouw bleef. Hij mist de club niet, en Nederland evenmin. Daarvoor schittert het oranje te fel in de blauwe zee van Maine Road. 'Het is goed zo. Wie zou dit nou niet willen?' |